Toen Abel 2,5 maand oud was kreeg ik een berichtje van zijn moeder met het verzoek of ik met hem aan het werk wilde gaan. Abel bleek een vrij zeldzame chromosoom-afwijking te hebben. Dat kon een afwijking in het hart betekenen, wat bij hem gelukkig heel gering was en iets met de aanleg van de nieren en dat was wel het geval. Bovendien konden de artsen niets zeggen of hij zou kunnen leren lopen en hoe zijn verstandelijke ontwikkeling zou zijn. Dus nogal wat zorgpuntjes voor de ouders die gezien de nieraandoening een somber toekomstbeeld met betrekking tot Abel hadden.
Toen ik Abel voor het eerst bezocht was hij een compacte, stijve baby, die zich niet in de armen van zijn moeder voegde. Dit had natuurlijk consequenties voor de borstvoeding. De moeder had dat al een paar keer aangegeven bij de kinderarts waar Abel al een paar ingrepen had ondergaan en er nog meer kon verwachten en zodoende onder controle bleef. Zij vond dat het goed ging met Abel. Ook op het consultatiebureau had ze de week ervoor haar zorg uitgesproken. Ook de consultatiebureauarts zei dat het in haar ogen goed ging met Abel.
In de huidige medische wereld is er een terughoudendheid om met baby’s als Abel aan het werk te gaan. Het is alsof ze denken dat Abel dat zelf moet oplossen, maar wat als hij dat niet zelf kan oplossen? Dat blijkt dan na nog weer enige maanden als hij duidelijk gaat achterlopen in zijn ontwikkeling. Ondertussen kan Abel met belangrijke ontwikkelingsstadia niet meedoen. Hierdoor gaat kostbare momentum verloren waarin er normaal gesproken meer gebeurt dan alleen de motorische ontwikkeling. Bij een baby zie je de ontwikkeling vooral aan de motoriek (de beweeglijkheid). De bewegingsvariatie die een baby maakt, is een belangrijk kenmerk voor hoe het brein zich ontwikkelt. Ondertussen gaat de psychische, sociale en cognitieve ontwikkeling samen op met de bewegingsontwikkeling (de motorische). Dus stagneert de motorische, dan weet je dat ook op andere terreinen je baby aan het achterlopen is. Dus waarom dat getreuzel en wachten op die bewezen bewegingsachterstand?
Geruststellen
Ik legde de ouders uit dat zorgen maken over de toekomst van je kind niet erg helpt. Sterker nog, je gaat steeds veel te voorzichtig met je baby om vanuit je bezorgdheid. En wat eigenlijk nog erger is: een baby is supergevoelig en voelt dus voortdurend die zorg over hem. ‘Ga uit van wat er nu is en richt je op wat Abel nodig heeft, nu’, zei ik tegen de ouders. ‘Ik begrijp wel dat dat gemakkelijk gezegd is, maar zie of je de knop kunt omdraaien, zodat Abel een veel positievere kans heeft. Je weet namelijk niet hoe de toekomst er uit gaat zien.’
Wat kunnen we wel doen
De Child’Space methode waar ik mee werk heeft technieken die hier wel iets mee kunnen. Stijfheid en strakheid betekent vooral een nog niet hebben kunnen vinden hoe de verschillende spieren met elkaar kunnen leren samenwerken. Waar wij altijd beginnen is sensorische informatie geven, een soort sensorische douche. Dit is het activeren van alle gevoelszenuwen in de huid en die dieper van binnen liggen. Die dagelijkse sensorische douche is eigenlijk voor alle baby’s een prachtige start in de ontwikkeling en zou wat mij betreft opgenomen moeten worden in het rijtje ‘voeding, hygiëne, speeltijd en slaaptijd’. Voor kinderen als Abel, te vroeg geboren en/of een speciale zorg factor, is dat een must om zijn brein te ondersteunen in zijn ontwikkeling.
Aanraken
Met onze technieken, kloppen en diepe druk, maakt de baby een verbinding tussen de verschillende lichaamsdelen van de baby en zijn brein. In het brein maken baby’s een 3-dimensionale plattegrond van zichzelf waarmee ze hun bewegingen en coördinatie regelen. Er is een bewegingsplattegrond en een plattegrond voor het voelen.
Het tweede voordeel van die sensorische douche is het regelen van het spanningsniveau van de spieren, ook wel tonus genoemd. Dat regelen van de spanning van de verschillende spieren heet tonusregulering. Het kloppen en de diepe druk maken dat spieren met te hoge spanning (tonus) ontspannener worden en spieren met te lage spanning gaan naar een hogere spanning. Op deze manier ontstaat er een optimalere situatie voor Abel om zich te ontwikkelen. De moeder van Abel kreeg instructie dit zo vaak als ze kan, maar minimaal één keer per dag te doen, waardoor het effect veel groter is dan als ik één keer per week langskom.
Bewegingen
Daarnaast ga ik bewegingen maken volgens een bepaald stramien. Luisterend naar de ruimte die de baby geeft. Dat betekent dat ik niet verder beweeg dan waar de beweging vrij en gemakkelijk gaat, maar wel herhalend. Al bewegend voel ik dan dat er meer ruimte komt en dat de bewegingsuitslag waar het gemakkelijk gaat groter worden.
Ook dat leer ik de ouders aan. Bij Abel was dat vader en moeder toen we de eerste weken achter de rug hadden.
Het eerste resultaat
Toen ik voor de derde keer bij Abel kwam en weer met hem aan het werk ging merkte ik dat er iets aan het veranderen was. Ik kon grotere bewegingen maken. De veel te hoge spanning begon duidelijk te zakken.
Aan het eind van de sessie, toen Abels moeder hem weer in de armen had, zei ze: ‘Ja, nu heb ik eindelijk een baby in mijn armen. Zo hoort een baby te voelen!’ en ze straalde van geluk.